Ingezonden bericht
Vannacht heb ik een heel bijzondere droom gehad!
Ik was in een groot huis met grote kamers. Het was er propvol met roddelaars, spotters en veroordelaars. Het was er best duister, alhoewel in iedere kamer de lampen aanstonden. Maar alsnog was het enorm duister.
De meeste mensen die daar waren, ken ik allemaal persoonlijk. Het waren mensen uit mijn buurt, familieleden, vrienden uit het verleden en nog meer mensen, die ik ooit ben tegengekomen.
De sfeer was negatief! Uiterst negatief! Ze roddelden maar over mij en waren bijna wel bezeten door spot. Wanneer ik in hun buurt stond, begon agressie de overhand te nemen en begon men mij te veroordelen. Details en fouten uit mijn verleden werden omhoog gehaald, en zelfs leugens en roddels werden als wapen gebruikt om mij te veroordelen.
Ik voelde me eenzaam en alleen, ik kon het niet opnemen tegen al die veroordelaars. Men pakte mij hardhandig aan en hier en daar ving ik een klap op, en mijn kleren werden ook verscheurd. Ze bleven me maar de grond instampen met leugens en roddels en veroordelingen.
Opeens kwam er een persoon binnen die heel nederig gekleed was; de persoon begon iedereen te bedienen met drank en spijs, en tegelijkertijd nam de persoon het voor mij op. De persoon confronteerde de leugens en roddels en predikte tegen veroordeling. Maar niemand wilde luisteren…
De persoon kwam naar mij en zei tegen mij dat dit niet de juiste plaats was, en dat hij mij naar huis kwam brengen. Ik dacht zo bij mezelf, "Hoe weet die nou waar ik woon?"
Opeens antwoordde de persoon mij door een route te beschrijven die ik niet zo goed begreep. De persoon zei dat de mensen mij niet wilden leren kennen en zo ook niet de liefde en de eenvoud konden begrijpen.
De persoon vroeg mij om een auto in te stappen, "een soort van auto"… de persoon bestuurde deze en wij reden in de duisternis op een gigantisch breed pad. Het pad was zeker zo breed als een 10 baans snelweg of zelfs nog breder, en alles was eenrichtingsverkeer! Het was alsof die persoon mij wilde laten zien welk pad die mensen, die mij veroordeelden, bewandelden.
Ineens leek het zo alsof we door een soort wormgat of zoiets, in die buurt, schoten, je kan het ook een soort van tunnel noemen. Binnen nog geen seconde bevond ik mij in een andere realiteit.
Ik besefte dat ik nu naar huis ging. Er was een soort van checkpoint aan het begin van dat andere pad, het was duidelijk dat dit pad enkel bewandeld kon worden door in Christus Jezus te geloven. Het was een uiterst smal pad. De breedte van dat pad was slechts de breedte van een mensenlichaam. Het pad was verlicht, oogverblindend verlicht. Ik wist en wist en wist het gewoon dat ik nu pas echt naar huis ging. Het smalle pad was witter dan sneeuw, alles, het pad zelf en de hele atmosfeer eromheen. Je kon het ook een soort tunnel noemen, maar dat was het niet.
Ik keek nog eens om te kijken waar die persoon was die mij bracht, die persoon wandelde rustig achter mij en hield me beschermend in de gaten. Die persoon ontpopte zich in een engel, een engel die mij vrede wenste in de naam van de Heer Jezus Christus. Deze engel had gouden haar en een glimlach van de witste tanden ooit. De ogen van deze engel waren doordringend en lichtgevend zoals het hele wezen van deze engel licht afgaf.
Rondom het pad, dus de linker- en rechterbuitenkant werden bewaakt door engelen van verschillende soorten en maten. Hun aangezichten keken naar de buitenkant van het pad. Deze engelen beschermden het pad, en de mensen die erop wandelden. Wanneer iemand van het smalle pad afdwaalde, hoorde je een zachte stem van een engel die zich ontfermde over de persoon die afdwaalde. Deze engel leek hem of haar terug te wijzen op het smalle pad, in alle liefde en zachtmoedigheid.
De engelen zagen er echt te gek uit, absoluut niet zoals men uit die droge religieuze tekeningen ziet. Ze waren allemaal anders en liefdevol.
Ik was verbonden met iedereen op het smalle pad. We communiceerden met elkaar en ook met de engelen om ons heen. De taal was een taal uit het hart. Het was vreugdevol en verlangend naar huis, naar onze Vader in de Hemel en Zijn Zoon Jezus Christus.
Steeds verder op het pad lopend, voelde ik een soort strelende wind of adem over ons heen gaan. Het voelde alsof onze Vader in de Hemel vol verlangen zuchtte naar Zijn kinderen.
Eerlijk gezegd was het een telleurstelling om wakker te worden. Maar misschien was het ook goed, zodat jullie allen deze bemoediging kunnen lezen.
Jezus heeft ons lief en Hij komt spoedig terug. Neem Jezus aan als je Heer, Redder en Verlosser nu het nog kan!
Bekeer je van je vleselijke duistere gevoelens en emoties en laat je leiden door Gods Heilige Geest. Jezus heeft alles volbracht!
Nu ik deze boodschap heb getypt, voel ik dat ik nog een bijbelgedeelte moet toevoegen aan deze mail. Waarom weet ik niet. Maar misschien dat iemand hier wel inzicht in heeft.
Mattheüs 8:18-27
Toen Jezus de mensenmassa om zich heen zag, gaf hij bevel naar de overkant te varen. Maar een schriftgeleerde kwam op hem af en zei: ‘Meester, ik zal u volgen waarheen u ook gaat.’ Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ Een ander, een van zijn leerlingen, zei: ‘Heer, sta me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begraven.’ Maar Jezus zei tegen hem: ‘Volg mij en laat de doden hun doden begraven.’ Hij stapte in de boot en zijn leerlingen volgden hem. Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. Ze maakten hem wakker en riepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’ Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?’ Toen stond hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust. De mensen zeiden vol verbazing: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind en het water hem gehoorzamen?’
Veel liefs en zegeningen toegewenst,
Ais
Tidak ada komentar:
Posting Komentar